HAND TRAUMA 24/24 fr en

Ziekte van Dupuytren

De ziekte van Dupuytren is een goedaardige aandoening waarvan de oorzaak onbekend is. Ze tast een peesvlies (aponeurose) aan dat zich tussen de huid en de buigpezen in de handpalm bevindt.

Door deze ziekte wordt het peesvlies compacter en dikker. Er ontstaan knobbeltjes en de hand trekt zich samen ter hoogte van de handpalm en de vingers. Naarmate de ziekte vordert, kunnen de gewrichten niet meer correct gestrekt worden, maar de vingers kunnen nog wel gebogen worden.

Deze aandoening is gedeeltelijk genetisch bepaald en kan dus soms bij andere familieleden voorkomen.


Ziekte van Dupuytren: symptomen en diagnose

In de handpalm of in een vinger zijn één of meerde knobbeltjes voelbaar. Deze knobbeltjes doen de huid samentrekken en verhinderen dat men de vinger correct kan strekken.

De diagnose wordt gesteld op basis van een klinisch onderzoek.


Ziekte van Dupuytren: behandelingen en evolutie.

Momenteel bestaat er geen enkele behandeling die deze ziekte kan genezen. Het aangetaste weefsel wegnemen is de enige mogelijke ingreep. De operatietechnieken kunnen niet verhinderen dat de ziekte ook optreedt in andere vingers of terugkeert in de geopereerde vingers.

Medische behandeling

Er bestaan verschillende soorten behandeling die het mogelijk maken om de vingers weer normaal te kunnen strekken. Er wordt steeds met de patiënt overlegd, zodat de meest geschikte behandeling voor hem wordt voorgesteld.

Doorgaans is immobilisatie door middel van een orthese gedurende meerdere weken noodzakelijk.

Injecties met collagenase kunnen ook worden aangeraden. Deze eenvoudige behandeling biedt als voordeel dat ze een zeer lage morbiditeit heeft en dat de patiënt zijn actieve leven zeer snel kan hervatten. Dit soort behandeling kan enkel toegepast worden bij duidelijk voelbare ‘strengen’ (knobbeltjes die met de tijd langer worden). Deze ingreep wordt mits strikte criteria’s door het RIZIV terugbetaald a rato van 3 ampoules per hand per jaar (met een maximum van 8 ampoules per hand).

 

Chirurgische behandeling

Een chirurgische behandeling wordt pas voorgesteld wanneer het extensiedeficit (d.w.z. het niet meer volledig kunnen strekken van de vingers) functionele hinder veroorzaakt. Wanneer de proximale interfalangeale gewrichten getroffen zijn, zou echter secundaire gewrichtsstijfheid kunnen ontstaan, die zeer moeilijk te behandelen is. Vandaar dat chirurgie wordt aangeraden wanneer sprake is van een extensiedeficit van 30° of meer ter hoogte van deze gewrichten.

Ter hoogte van de metacarpofalangeale gewrichten zal een later uitgevoerde operatie geen gewrichtsstijfheid veroorzaken.

Voor elk geval zullen meerdere chirurgische opties overwogen worden.

De eerste optie is eenvoudig: de streng wordt met een naald doorgesneden. In het kader van de ziekte van Dupuytren vindt deze operatie plaats onder locoregionale anesthesie. Deze ingreep is slechts mogelijk wanneer de streng duidelijk voelbaar is en zich onder de huid bevindt. Als bepaalde strengen niet toegankelijk zijn, zal dus niet altijd een volledige extensie bereikt kunnen worden.

Bij de tweede techniek worden de strengen operatief verwijderd via klassieke huidincisies. Deze ingreep vindt plaats onder locoregionale anesthesie. Op termijn wordt in de meeste gevallen volledige extensie van de vingers bereikt. Deze techniek is ingrijpender dan de eerste.

De derde methode bestaat in het operatief verwijderen van de strengen en de huid, gevolgd door huidtransplantatie. Deze techniek vereist een nauwkeurige en grondige dissectie. Met deze methode kan men de problemen van het extensiedeficit en de huidproblemen in één keer verhelpen. Het hervalpercentage is het laagst.

Deze optie is voorbehouden voor recidieven na chirurgie of voor jonge patiënten bij wie de ziekte bijzonder agressief is en het hervalpercentage op korte termijn zeer hoog is.